Bescherming

De avonturen van een manuscript deel 2: Manuscriptbeoordelaar(s)

Om maar met de deur in huis te vallen: ik maak geen gebruik van “meelezers”. Niet omdat ik zo arrogant ben om te denken dat de eenvoudige lieden uit mijn omgeving mijn verheven schrijfsels niet kunnen beoordelen of zelfs maar begrijpen, maar omdat mijn manier van schrijven daar niet geschikt voor is. Tot op het laatste moment pas ik aan, voeg wat toe en haal wat weg. En dat dwars door de tekst heen.

Als het manuscript dan eindelijk klaar is wil ik ermee aan de slag en het onder de aandacht brengen van een agent of uitgeverij. Ik kan dan niet meer het geduld opbrengen om een aantal mensen te vragen of ze het manuscript willen lezen en van commentaar voorzien. Dat kan maanden duren en daar heb ik geen zin in en geen fut meer voor.

Maar voor “Bescherming” heb ik toch gekozen om het manuscript aan een paar professionele beoordelaars voor te leggen om te kijken wat die ervan vinden. Je wilt toch op voorhand een indruk krijgen van wat de buitenwereld van je nieuwgeboren kindje vindt. Is het een mooie baby? Niet de moeite om er buiten mee te wandelen? Lelijk in de luier maar mooi in de sluier? (lees: veel redactiewerk nodig). Dus heb ik het manuscript aan een drietal beoordelaars voorgelegd.

Ik heb ervoor gekozen om niet het hele manuscript te laten beoordelen (dat kost aardig wat knaken) maar om een x-aantal pagina’s in te sturen. Het aantal pagina’s verschilde per beoordelaar. Het maximum was dertig. Twee beoordelaars wilde, naast de synopsis, de eerste pagina’s van het manuscript zien, de derde wilde diverse stukken uit het manuscript zien.

Alle drie de beoordelaars gaven m.i. goede kritiek wat betreft verhaalopbouw, zinsbouw, etc. Ze gaven aan wat er goed was en wat er fout was (in hun ogen). Zonder in detail te treden: met sommige opmerkingen was ik het eens, met andere niet. Alle drie gaven advies waar ik echt wat aan had.

Maar… alle drie hadden ze ook opmerkingen over de voortgang van het verhaal. “Waarom doet persoon X dit en persoon Y dat?” “Hoe kan persoon X dat nu weten?” en nog vele soortgelijke opmerkingen die ze niet vermeld hadden als ze het HELE manuscript gelezen zouden hebben, want dan waren al hun vragen en opmerkingen nutteloos. Als duidelijk voorbeeld een beoordelaar die de eerste twintig pagina’s manuscript had gekregen en een vraag stelde (op een nogal vervelende manier) waarop hij het antwoord letterlijk in de eerste zin van pagina 21 had kunnen lezen. Dit soort dingen dus. Ik vond dat uitermate irritant.

Samenvattend: een paar rake opmerkingen van de beoordelaars, maar veel opmerkingen raakten kant nog wal omdat ze de voortgang van het verhaal niet kenden. Ze “adviseerden” daar wel over en dat was jammer. Niet alleen sloeg het nergens op maar ik moest ook nog eens betalen voor die nutteloze adviezen en vragen.

Hoe het verder gaat met het manuscript? Volgende keer: “De agent”.